“HET DORP DE STEEG”
Naast het bankje met Simon Carmiggelt is er in De Steeg nog veel meer bezienswaardig.
De Bentincklaan, het zogeheten ‘Strooien Dorp’, is zeker een bezoek waard vanwege zijn boeiende architectuur.
De Steeg heeft een prachtige kerk (niet meer in gebruik) en een voormalig klooster.
Monumentaal zijn het oude postkantoor en het exclusieve restaurant Athlóne aan de Hoofdstraat.
Vanuit De Steeg is het heerlijk fietsen door het uitgestrekte natuurgebied De Havikerwaard.
Het is een vlak landschap langs de IJssel.
U kunt natuurlijk ook langs het kasteel Middachten rijden.
Het kasteel is slechts op bepaalde momenten in het jaar opengesteld voor het publiek.
De zeer mooi aangelegde kasteeltuin is in het zomerseizoen wel vaak te bezichtigen.
Net boven het dorp in de richting van de hoger gelegen Posbank, vindt u de parkeerplaats “De lappendeken”.
Hier vandaan starten gemarkeerde wandelroutes.
De Panoramaroute voert langs Koepel de Kaap, sinds 1899 een uitspanning waar u bij mooi weer zowel binnen als buiten heerlijk koffie kunt drinken.
De Carolinahoeve is een pannenkoekrestaurant in het bos.
Het is alleen wandelend of fietsend (circa 2 km vanaf “De lappendeken”) te bereiken, echter op zondag ook per paardentram.
Wilt u genieten van het uitzicht over de IJssel, neem dan plaats op het bankje naast Simon Carmiggelt en zijn vrouw Tiny.
Het beeld dat tegenover het gemeentehuis staat, is gemaakt door kunstenaar Wim Kuijl.
Ansichtkaarten kunt u kopen bij de nabijgelegen kapsalon “De oude Post”.
“SIMON CARMIGGELT”
Wim Kan kwam er al jaren. Hij had, toen Simon Carmiggelt nog veel te stedelijk van instelling was om zich te verpozen in een bos of aan een rivier, een vaste kamer gehuurd in de boerderij Carolina Hoeve, later zelfs een eigen huisje aan de Schietbergseweg te Rheden.
Hoewel de Wim Kan vrij wispelturig van aard was en vaak van tweede of derde huisje wisselde, bleef hij altijd terugkeren naar De Steeg.
In het begin van de zestiger jaren wist Wim Kan eindelijk zijn vriend en schrijver Simon Carmiggelt over te halen om zijn geliefde Amsterdam tijdelijk in te ruilen voor de rust van het dorpsleven aan de IJssel.
Samen zaten ze op gezette tijden aan de rivier.
Ze spraken over het vredige verleden, als “oude mannen die nostalgisch treuren omdat ze ons decor aan het afbreken zijn”, waarbij ze doelen op de plannen om de bocht uit de IJssel te trekken en de aanleg van de nieuwe autoweg.
Carmiggelt schreef vaak over De Steeg.
Meestal waren dat schetsjes over wandelingen door het bos, de mannen in de plaatselijke kroeg of de wegkwijnende vaste gasten in het Hotel De Engel.
Sinds enige jaren zit Simon Carmiggelt er weer, ditmaal met zijn vrouw Tini.
Op het bankje wat in vroegere tijden de voortuin was van het café pension Hekkelman.
Hij zit te lezen, in zijn onafscheidelijke regenjas.
Zij, met haar handtasje naast zich, doezelt wat.
Ze zijn er neergezet tegenover het voormalige hotel De Engel.
“Waar eens dat hotel stond, is nu het nieuwe gemeentehuis van Rheden verrezen”, aldus een “Kronkel” uit 1978.
“Een erg mooi modern gebouw, haast ik mij erbij te zeggen, want ze hadden er voor het zelfde geld ook een erg lelijk modern gebouw neer kunnen zetten. Dat wordt veel gedaan.”
Het echtpaar is in brons gegoten naar een ontwerp van de beeldhouwer Wim Kuijl, die er in zijn boerderij in Rheden maandenlang aan heeft gewerkt.
Wim Kuijl nam, samen met de plaatselijke fotograaf Chris Heil, het initiatief om de illustere gasten uit Amsterdam eeuwig hun plaatsje voor het gemeentehuis -met uitzicht op de IJssel- te geven.
De onderneming kostte 50.000 gulden. De helft daarvan werd geschonken door de gemeente Rheden, 20.000 gulden kwam van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, 1.000 gulden van de Stichting Het Parool en de rest uit de verkoop van een exclusief boekje met in De Steeg gesitueerde verhalen van Carmiggelt.
Plaquette
Naast het beeld staat een plaquette met daarop de tekst:
Beeld van Simon Carmiggelt en echtgenote Tiny. In brons vereeuwigd door de Rhedense kunstenaar Wim Kuyl. De auteur Carmiggelt (1913-1987) schetste in zijn humoristische, melancholieke kronkels (dagelijkse columns in Het Parool) de dingen om hem heen. Simon en Tiny Carmiggelt beschouwden De Steeg als hun tweede thuis.
Het beeld, tot stand gekomen door giften van de gemeente Rheden en het Cultuurfonds bouwfonds Nederlandse Gemeenten is 15 juni 1990 onthuld door Tiny Carmiggelt.
In 2012 vernield door koperdieven
Op 22 januari 2012 bleek dat dit beeld gestolen was. Op 25 januari werd het in schuren in de buurt teruggevonden, in ongeveer 100 stukken gezaagd.
Wim Kuyl restaureerde het beeld, financieel ondersteund door een speciaal daarvoor in het leven geroepen stichting. Het herstelde en nu speciaal beveiligde beeld werd op 23 januari 2013 ingehuldigd op de oorspronkelijke plek.
“KASTEEL MIDDACHTEN”
Kasteel en tuinen Middachten
Landgoed Middachten 3
6994 JC DE STEEG
tel. 026-4954998
fax 026-4955115
Dit van oorsprong vroegmiddeleeuwse kasteel (1190), dankt zijn naam aan Jacobus de Mithdac, de eerste heer van Middachten.
Het huidige gebouw dateert uit het eind van de 17de eeuw. Door erfopvolging kwam het kasteel in handen van de huidige bewoner Franz Graf zu Ortenburg.
Kasteel Middachten behoort tot één van de weinige ‘complete’ kastelen omdat het beschikt over een volledige authentieke inboedel waaronder een grote collectie portretten en vele in de loop der eeuwen verzamelde meubels en kasten vol serviezen, glaswerk, zilver en linnengoed.
Het kasteel wordt omgeven door een prachtige formele tuin met landschapselementen, opgedeeld in ‘groene kamers’. In deze ‘kamers’ bevinden zich o.a. de kruidentuin, oranjerietuin, rozentuin en de éénjarigen-tuin.
Ook beschikt de tuin over een grastennisbaan en op de boulegrin kan croquet worden gespeeld.
Het bijzondere ‘groene’ theater heeft coulissen van gesnoeide taxus en een tribune met een trapsgewijs oplopend gazon. In de maand juli worden in dit theater koffieconcerten gehouden.
Kasteel en landgoed
Middachten was strategisch gelegen aan de Veluwezoom temidden van moerassig land in een lus van de IJssel.
Het wordt voor het eerst genoemd in 1190 als vrij goed van Jacobus de Mithdac.
Everardus van Middachten, stamvader van alle latere Heren en Vrouwen van Middachten droeg de bezitting in het begin van de veertiende eeuw uit oogpunt van bescherming over aan Reinald Graaf van Gelre en ontving het van deze wederom in leen terug.
Nadien vererfde het goed ook in vrouwelijk lijn.
Het kwam zo in handen van de geslachten Steenre, Raesfelt, Reede, Bentinck en nu Ortenburg.
Naast het kasteel met zijn voorburcht en zijn tuinen omvat het landgoed bossen en boerderijen.
Alle tot het landgoed Middachten gehorende gebouwen zijn gemakkelijk te herkennen aan de rood-wit geschilderde luiken; rood en wit zijn de kleuren van het wapen van de familie van Middachten.
Kasteel Middachten met zijn voorburcht was van oorsprong een in het water gelegen versterkt huis met dikke muren waarin de bewoners zich bij aanvallen van buitenaf veilig konden voelen.
Dit is echter niet altijd het geval geweest, zoals onder anderen in het jaar 1673 toen de Franse troepen zich al plunderend terugtrokken nadat Stadhouder Willen III (1650-1702) met behulp van het Spaanse en het Oostenrijkse leger Bonn veroverd had op de Fransen.
Gezien de goede contacten tussen Godard van Reede (1644-1703) en Willem III hadden vooral Middachten en Amerongen te lijden van deze plunderingen.
Amerongen was in bezit van de vader van Godard van Reede.
Middachten was eigendom van zijn echtgenote Ursula van Raesfelt.
Het door Jacob Roman en Daniel Marot in opdracht van de Koning-Stadhouder gebouwde paleis Het Loo was voor Godard van Reede en zijn vrouw Ursula van Raesfelt aanleiding Jacob Roman en later ook Steven Vennecool opdracht te geven de verwoeste burcht Middachten te verbouwen.
De binnenplaats van de middeleeuwse burcht werd omgebouwd tot een trappenhal, afgesloten door een rijk met stucwerk versierde koepel.
Het in de jaren 1694-1697 ontstane bouwwerk is sindsdien niet meer wezenlijk veranderd.
Wel heeft er door de eeuwen heen een aantal restauraties in het interieur plaatsgevonden die hun sporen hebben achtergelaten. De indeling van het onderhuis is meerder malen aan de eisen van de tijd aangepast.
De tuin
Na het gereedkomen van de bouw van het kasteel in 1698, is met de aanleg van de tuin begonnen.
Geïnspireerd dor de tuinen van Versailles is in de periode van 1700-1725 het grondplan van muren, grachten en lanen tot stand gekomen, waarbinnen een strikt formele tuin werd gecreërd met geschoren hagen, vormbomen en steile taluds.
De achterliggende gedachte van deze formele tuinen was dat men wilde laten zien dat de mens zelf de natuur naar zijn hand kon zetten. Het grondplan van de tuin is nooit wezenlijk aangetast en is heden ten dage nog als zodanig terug te vinden.
Na een beperkte verlandschappelijking van de tuin conform de aan het einde van de 18de eeuw in de mode geraakte Engelse landschapstuinen hebben Graaf en Gravin Bentinck-van Heeckeren van Wassenaer in 1900 Hugo Poortman, een leerling van de franse tuinarchitect E. André, opdracht gegeven tot het wederom aanleggen van een formele tuin waarin echter duidelijk aspecten van de Engelse landschapstuin te herkennen waren.
Na een periode van sterke versobering van de Middachten tuinen, waarbij het grondplan altijd intact is gebleven, heeft er in het begin van de jaren tachtig een renovatie plaatsgevonden waarvan men de resultaten nu kan zien.
De formele tuin kan worden gezien als een voortzetting van de inrichting van een huis naar buiten.
Zo is de tuin ingedeeld in een aantal groene kamers, dikwijls omzoomd door geschoren heggen, zoals de rozentuin, de lage tuin met eenjarigen, het theater, de oranjerietuin, de kruidentuin etc.
Verschillende plantvakken zijn verdiept aangelegd, de zogenaamde parterres, dit ter verkrijging van een groter ruimtelijk effect.
De zuidparterre bestond in 1900 uit een ‘parterre de broderie’ een borduurwerk van sierlijke buxusheggetjes waartussen zich gekleurde steenslag bevond.
De zuidparterre wordt geflankeerd door hoog geboomte dat de geleiding vormt voor een zichtas over de Ijssel en de Liemers. Deze zichtas is helaas door de aanleg van de snelweg in de jaren zeventig bedorven.
Interessante elementen in de tuin zijn behalve het openluchttheater o.a. de rozenleiding waarlangs oude kleurrijke geurende rozen klimmen en de voor Nederland unieke treillage: een latwerk in rococostijl dat de tennisbaan omsluit.
Voorts bevinden zich in de Middachten tuinen zeldzame boomsoorten zoals de Libanon ceder en de Ginkgo biloba.
De navolgende beelden geven u een impressie van hetgeen u in de schitterende kasteeltuinen kunt aantreffen.
De tuinen worden beheerd door de Stichting Kasteeltuin Middachten.
Meer informatie over koffieconcerten en andere EVENEMENTEN treft u aan op de eigen website van middachten.
De tuinen zijn open vanaf 15 mei t/m 15 september, van 10.30 – 16.00 uur.
Deze openstelling vanaf 15 mei berust niet op toeval. Deze datum staat in de volksmond bekend als “IJsheiligen”.
Volgens eeuwenoude wijsheid mogen kuipplanten pas na de IJsheiligen buiten worden gestald, want daarna is de kans op nachtvorst nihil.
De kuipplanten overwinteren in de ‘koude kas’ ook wel orangerie genoemd.
Op 15 mei worden de oranjebomen, camelia’s en agapanthussen verplaatst naar de orangerietuin.
In de orangerie zelf is gedurende de maand juli een eenvoudige theeschenkerij ingericht.
Wilt u meer informatie of heeft u nog vragen?
Bezoek de eigen website: www.middachten.nl
Hier treft u ook het ACTUELE EVENEMENTEN PROGRAMMA.
U kunt ook telefonisch contact met ons opnemen.
Op werkdagen tussen 09:00 en 12:00 uur
Administratie kasteel Middachten.
Telefoonnummer: 026 – 495 2186
U kunt natuurlijk ook een E-mail sturen (info@middachten.nl).